( Gedeeltelijk) behaalde doelen:
1. Openstaan voor het muzische en al onze zintuigen gebruiken om muzische ervaringen nog intenser te beleven.
Tijdens de demonstratielessen in het eerste leerjaar hebben we veel voorbeelden gekregen van hoe we de verschillende zintuigen moeten aanspreken in een muzische les. Zo denk ik aan de les over het thema winter die we in het zesde leerjaar moesten geven.
Ook tijdens de muzische lessen kregen we hierbij hulp en bruikbare tips. Luisteren naar muziek en ondertussen tekenen welk gevoel we daarbij krijgen, het voelen aan de structuur van bepaalde objecten,… Ook ik heb gemerkt dat het aanspreken van zoveel mogelijk zintuigen kan helpen om een muzische activiteit te stimuleren. Ik probeer tijdens de didactische stage deze lijn dan ook door te trekken. Vóór deze opleiding had ik daar totaal geen idee van en stond ik hier niet bij stil.
2. Impressies en ervaringen uitdrukken vanuit onze eigen leefwereld
De manier waarop je naar het leven kijkt, hoe je je voelt bij een bepaald idee of situatie en dat uitdrukken in een muzische activiteit? Vóór deze opleiding was dit gegeven voor mij erg onbekend. Naarmate de opleiding vorderde werd ik ondergedompeld in het hele muzogebeuren.
Tijdens de muzovakken kreeg ik vaak muziek te horen waarbij ik een tekening moest maken hoe ik me voelde bij dergelijke melodieën. Tijdens de lessen bewegingsexpressie leerde ik mijn gêne overwinnen en me te laten gaan op de muziek of bepaalde ideeën. Tijdens de lessen beeld maakte ik mijn eigen werk waarin mijn eigen persoonlijkheid tot uiting kwam.
Impressies en ervaringen vanuit mijn eigen leefwereld kwamen vanaf nu op de voorgrond, kwamen tot uiting in plaats van dat ze verstopt werden.
3. Beseffen en aanvaarden dat de smaak en de stijl van mensen verschilt
Vóór deze opleiding kende ik alleen maar “knutselen”. De juf of meester deed iets voor en iedereen deed het zo goed mogelijk na. Knutselen moest mooi zijn en iedereen moest het voorbeeld van de leerkracht zo goed mogelijk evenaren. Wanneer ik in het eerste jaar van deze opleiding kwam, was muzo totaal onbekend. Vooral bij beeldopvoeding moest ik even aan het idee wennen. En eerlijk gezegd vond ik sommige werken niet zo mooi. Uiteindelijk begon ik na een half jaar aan het idee te wennen. Ik kijk nu verder naar een werk of andere muzische activiteit dan gewoon te beoordelen dat ik het nu mooi of lelijk vind. Er zit meer in een werk dan gewoon maar nadoen. Nu ben ik ook voorstander geworden van het ‘eigen’ werk van het kind. De persoonlijkheid van het kind, de achterliggende ideeën dat in een werk verbonden zitten. Ook in het klasgebeuren probeer ik hier zo veel mogelijk aandacht aan te besteden. En uit elke muzische activiteit die ik met de kinderen doe, begin ik te groeien in het aanvaarden van de smaak en stijl van ieder kind.
Aan deze doelen moet ik nog werken:
1. Op een actieve manier participeren aan het culturele leven
In mijn vrije tijd ben ik veel bezig met dans. Voornamelijk hiphop en zumba steken de kop op. Toch ben ik ook geïnteresseerd in andere dansvormen zoals salsa, ... Ook beeld doe ik heel graag. Ik kijk vaak op pinterest om ideeën op te doen over wat ik kan maken. Ik experimenteer met verschillende materialen. Vooral met stof, papier en dozen ben ik graag bezig. Toch blijft het vooral bij deze twee muzische domeinen hangen. Op muzikaal vlak ben ik niet sterk. Niemand van mijn familie is ook ooit bezig geweest met het bespelen van een muziekinstrument of met notenleer. Buiten het meezingen met de radio komt er niet veel van in huis. Na de workshop muziek ben ik meer beginnen nadenken om me toch eens aan mijn gitaar te zetten. Het zou erg leuk zijn indien ik dit in de klaspraktijk kon brengen. De initiatie vond ik heel leuk. Alleen besef ik dat er nog heel wat oefenwerk aan is.
Ook bij de cultuurkalender ben ik muzische activiteiten gaan opzoeken waar ik niet zoveel aan werk. Zo ben ik enkele museums gaan opzoeken, naar concerten en ook naar een toneelvoorstelling gegaan.
2. De leefwereld van kinderen op een muzische wijze benaderen
Tijdens de stage krijg ik meestal een lesonderwerp over muzo en wil ik deze les zo aantrekkelijk mogelijk aan de kinderen geven. Toch betrap ik me erop dat ik iets te weinig rekening hou met de leefwereld en interesses van de leerlingen. Ik zou tijdens de observatie of via een enquête een beter beeld moeten krijgen over de leefwereld van de kinderen. Welke instrumenten worden er bespeeld, welke leerlingen zijn er actief bij een toneelgemeenschap, ... Op deze manier zou ik de muzische lessen beter kunnen afstemmen op de leefwereld van de kinderen.
3. Het vermogen ontwikkelen om kritisch te reflecteren over het eigen muzisch handelen en dat van anderen, en dat evalueren in een genuanceerde taal.
Kritisch reflecteren over mijn eigen muzisch handelen en dat van anderen blijkt toch nog niet zo eenvoudig. Toen ik in de lagere school en in het middelbaar les kreeg was het vooral knutselen dat we moesten doen. Het was niet eenvoudig ineens van dit idee af te stappen. Vooral tijdens het eerste jaar heb ik me erg moeten aanpassen. Zo zal ik het werk van het 'afvalmonster' nooit vergeten. Dit was één van de eerste muzische opdrachten die we kregen. Ik vond het erg moeilijk om mijn resultaat op een muzische manier te bekijken en mijn handelen daarop af te stemmen.
Momenteel lukt het me wel al heel wat beter om te reflecteren op dergelijk handelen. Toch kan ik hier nog meer in groeien. Bij de stage in het eerste leerjaar heb ik er ook meer op gelet gerichte vragen te stellen en de kinderen aan te moedigen bij het muzisch handelen. Zo heb ik in het tweede jaar ook de kinderen gericht laten kijken naar het werkje van de anderen leerlingen. Ook dienden ze hun eigen creaties te verwoorden aan de parallelklas a.d.h.v. een museum.
Ook de evaluatiekoffer zal in de toekomst een handig instrument zijn bij het reflecteren.